Vandaag gingen we Jacqueline ophalen op het
vliegveld van Oslo. Dat was een mooie gelegenheid om het grote bos ten noorden
van Oslo (Nordmarka) te ontdekken.
We hadden een beetje gemengde gevoelens
daarover. Veel mensen zijn laaiend enthousiast over het grote natuurgebied dat zo dicht bij hartje Oslo ligt, maar op TV hebben we beelden gezien
van mensen die in de file stonden te skiën: veel volk dus. Niet gek natuurlijk,
zo dicht bij de grote stad.
Een bekende hut waar eten en drinken te koop
is, is Ullevålseter. De meest gebruikte wegen daarheen zijn grindpaden die
gebruikt worden door iedereen, van kinderwagens tot oude van dagen. Om die
drukte te vermeiden, zochten we op de gok een klein paadje uit op de kaart.
Op de weg naar de parkeerplaats was het al erg druk met fietsers en skiërs, er
wordt hier duidelijk veel getraind. Vanaf de parkeerplaats moesten we hier en
daar over de grindpaden, en daar was het erg druk met wandelaars, joggers en
fietsers. Maar de smalle paadjes waren erg mooi en rustig, hoewel je je
natuurlijk nooit helemaal alleen waande. Ullevålseter noemt zich “sportsstue”,
oftewel een plek voor sportieve mensen. Nou die waren er: het was er gezellig
druk met sportievelingen. Dat was natuurlijk mede te danken aan het prachtige
weer: een strak blauwe hemel en meer dan 20 graden.
Het is elke keer weer ongelooflijk hoe snel je
vanuit hartje Oslo midden in de natuur zit. Vergeleken met andere grote steden
moet dit toch een uniek pluspunt voor Oslo zijn.
Na een rustige pauze in het gras bij de hut,
met wat boomklimmen en op zijn handen staan, liepen we een ander klein paadje
terug naar de auto. Dit paadje ging vlak langs de rivier Skjersjøelva, een
klein maar woest riviertje, dat al lang geleden werd gebruikt voor opwekking
van energie (zagerijen etc).
Al met al een zeer geslaagde dag. Maar de
volgende keer gaan we toch weer wat verder weg van de grote stad…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten